I
Een Groote moeder van Troost
‘Een Groote moeder van Troost’ ,noemde James Ensor zijn Oostende, waar hij op 19 november 1949 voor het laatst zijn ogen sloot. Baron James Ensor overleed dit jaar juist 75 jaar geleden hij werd 89.
Ensor was een fascinerende, verrassende, innovatieve, activist en satirische artiest, een handvol adjectieven, die zich ook weerspiegelen in zijn beroepsleven. Hij was niet alleen een selfmade muzikant en componist maar ook een veelzijdig en briljant schilder, tekenaar en etser. Bovendien kon hij jongleren en met woorden in teksten en toespraken. Hij was een vrijgevochten man die begin 1900 steeds zich voordeed als een rebel, een ongrijpbare kunstenaar-anarchist, een luis in d epels van de bourgeoisie en die desondanks zijn vrijbuiterij in 1929 door koning Albert I op 69-jarige leeftijd in de adelstand werd verheven en de titel van baron achter zijn naam kreeg.
Om deze ‘rare snuiter’ te begrijpen, hebben we Herwig Todts, conservator van het Antwerpse Museum van Schone Kunsten, uitgenodigd om samen met ons enkele vragen over de gevierde schilder te verduidelijken. Was Ensor een visionaire klimaatactivist en erfgoedbeschermer? Was hij als onbegrepen en artistiek genie en maatschappelijk kritisch denker ver vooruit op zijn tijd? Waarom schilderde hij skeletten en maskers?
Herman Todts, een expert 19de-eeuwse Belgische schilderkunst, met een focus op James Ensor en naturalisme. Hij werkt als conservator moderne kunst bij het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen en doet onderzoek en publicaties over Ensor en zijn tijdgenoten
WIE ENSOR WIL BEGRIJPEN, MEER DAN EEN AANRADER
In het James Ensorjaar komt Herwig Todts, conservator van het Antwerpse Museum van Schone Kunsten ons vertellen over het werk en leven van deze gevierde schilder. Deze editie van ‘De Nacht van de Geschiedenis’ is een samenwerking van het Davidsfonds Kampenhout met Heemkring Campenholt.